dinsdag 30 juli 2013

Dinsdag 30 juli: Alamosa – Denver

Vandaag de laatste etappe naar Denver en dan zit het er zo’n beetje op. We vertrekken vroeg, in Alamosa hebben we verder niets te zoeken. Dat het doucheputje niet wil doorlopen maakt duidelijk dat ook het hotel afscheid wil nemen. We vertrekken naar het noorden, eerst weer door de prairie met uitgestrooide caravans en wrakstukken, een beeld dat echter naarmate we de bergen naderen heel snel opknapt. Ook de stadjes waar we doorheen komen zien er een stuk beter uit. Het stuk naar Denver is vlot te rijden, omdat een groot deel over de Interstate 25 kan worden afgelegd.
               
Als eerste brengen we de koelbox, stoelen en andere geleende spullen terug bij Loek en Gepke in Aurora. We zijn er blij mee dat we deze spullen konden gebruiken en we hopen dat ook andere reizigers er nog plezier van zullen hebben.

Daarna zetten we koers naar down town Denver, waar we onze intrek nemen in het Double Tree Curtis Hotel, midden in het centrum en vlakbij de “16th Street Mall”, een mooi en sfeervol gedeelte van de stad met winkels, uitgaansgelegenheden, etc. Ook een mooie plek om de laatste dollars er doorheen te jagen en nog wat kleding e.d. te kopen. Ook Nienke en Merijn brengen hier weer uren zoet en gaan zelfs op avontuur met de stadsbus om de lokale Abercombie & Finch op te sporen.



Denver blijkt – vooral down town en in de omgeving daarvan – een verrassend mooie en sfeervolle stad te zijn. Het geheel maakt een relaxte indruk, ondanks dat de stad in oppervlakte erg groot is. In het oude gedeelte is veel oude architectuur bewaard gebleven, soms in combinatie met moderne, wat een bijzonder effect geeft. Een heel goed voorbeeld van hoe men een wijk op een bijzondere manier tot leven brengt is 16th Street en omgeving. Deze lange, brede straat is omgebouwd tot voetgangersgebied, waar alleen shuttlebussen doorheen rijden. Hij is aangekleed met bomen en plantsoentjes, kiosken en eettentjes en zitjes. Er staan zelfs in bonte kleuren geschilderde piano’s waarop iedereen die dat wil kan spelen. Daar wordt veel gebruik van gemaakt, soms mooi, soms niet om aan te horen. Ook in down town Denver zijn de straten schoon en netjes en zie je geen zwerfvuil. In de verte doet het ons aan Toronto denken.



Onze laatste avondmaaltijd van deze reis gebruiken we in een echte Amerikaanse diner, die als sinds 1929 in Curtis Street, vlak bij het hotel, is gevestigd: “Sam’s 3rd”. Je loopt hier bijna een Amerikaanse speelfilm binnen. Tot onze verrassing ontdekken we uitgerekend in deze rommelige tent voor het eerst deze reis de hamburger zoals deze ooit bedoeld moet zijn. Ongetwijfeld de “best burger in town”. Daarnaast heeft deze diner als een van de weinigen een smakelijke vegetarische hamburger op het menu staan. Dat zie je in de VS niet vaak. Een aanrader voor wie Denver aan doet.


’s Avonds nog een rondje door de stad, nog een mall bezocht, wat spullen opgeruimd en de allerlaatste slok Jack Daniels opgemaakt. Morgen is het echt gebeurd en vliegen we weer naar Nederland. 

maandag 29 juli 2013

Maandag 29 juli 2013: Great Sanddunes National Park door Merijn

Na een goede nachtrust in het hotel in Alamosa zijn wij rond negen uur opgestaan. Wij waren vergeten het kaartje met ‘Do not disturb’ op te hangen dus de housekeeping kwam vrolijk onze kamer binnenlopen terwijl wij nog lagen te slapen. Vervolgens vielen wij weer in slaap maar al snel stond mijn moeder voor de deur om ons definitief wakker te maken. Toen zijn wij ons maar gaan omkleden. Rond tien uur waren wij allen zover en vertrokken wij richting het National Park, blij dat wij het saaie stadje achter ons konden laten. Van verre zagen wij de zandduinen al liggen, wat de indruk bij ons wekte dat wij dicht in de buurt waren. Toch is de afstand van Alamosa naar het National Park ongeveer 45 kilometer. Verkijk je hier dus niet op.



Eenmaal aangekomen bezochten wij eerst het Vistitor Center. Niet heel bijzonder, gewoon een Visitor Center zoals je die in andere National Parks tegen zult komen. Na een kwartiertje besloten wij om door te rijden, verder het park in, richting de grote zandduinen. Daar waren wij immers voor gekomen. Het was nog best een stuk lopen de duinen in. Eenmaal wat verder binnengedrongen gingen wij lekker in het zand zitten, gefascineerd door wat wij zagen. Ik kreeg persoonlijk de indruk dat ik in de Sahara bivakkeerde, hoewel ik daar nog nooit geweest ben. Erg indrukwekkend maar tegelijkertijd erg vreemd. Wij waren niet de enigen die door de enorme zandbak heen slenterden.. 

Het viel ons op dat er veel mensen waren die zich van de zandhellingen af lieten glijden. Zij waren aan het zandsurfen, een soort snowboarden maar dan niet op sneeuw maar op zand. Bij Nienke en mij begon het toch wel erg te kriebelen. Het leek ons ook erg leuk om ons van de hellingen af te werpen. Wij besloten om een stel Nederlanders aan te spreken om te vragen waar je nou eigenlijk zo’n speciaal sandboard kon huren. Zij stuurden ons richting de lodge. Voor zo’n twintig dollar had je voor een hele dag beschikking over zo’n sandboard. De lodge lag trouwens niet in het Nationaal Park maar iets daarvoor. Toen wij eenmaal in het bezit waren van zo’n sandboard keerden wij weer terug richting de zandduinen. Eenmaal daar genoten wij enorm. Het was een erg leuke ervaring, hoewel het soms ook wel eng kon zijn. Met een enorme rotgang ga je naar beneden en wij hebben meerdere keren het zand moeten proeven. Desondanks was het het allemaal waard. Na twee uur zijn wij weer van de zandduinen vertrokken, maar goed ook want het weer begon onrustig te worden.




Ik vond het een bijzonder National Park. Het park bestaat niet alleen maar uit zandduinen maar er zijn ook bergen en riviertjes te vinden. Dit biedt de gelegenheid om verschillende activiteiten te ondernemen. Zo kan je ook trials lopen in de bergen en zwemmen in beekjes. 

Na het zandsurfen zijn wij weer richting het stadje vertrokken. Eenmaal bij het hotel aangekomen zijn Nienke en ik het zwembad ingedoken. Erg verfrissend en verschonend want het zand zat werkelijk waar overal. Na een lekker avondmaal besloten wij de rest van de avond op onze hotelkamer te relaxen. Het was een geslaagde dag!

Zondag 28 juli: Montrose – Black Canyon of the Gunnison – Alamosa

Als we wakker worden regent het pijpenstelen. De weersvoorspellingen beloven weinig beterschap: koel weer met aanhoudende buien en flinke kans op thunderstorms in de avond en nacht. Willen we nu nog twee dagen gaan kamperen? Het lijkt ons niet zo’n heel goed plan. In principe kun je onder alle omstandigheden kamperen, maar als eenmaal alles nat wordt en je noodgedwongen onder je tarp moet blijven zitten, gaat de lol er snel af. We besluiten de laatste twee kampeerdagen te verruilen voor een verblijf in een hotel in Alamosa, dicht bij de Great Sand Dunes.
                                                                                          
Eerst doen we nog de Black Canyon of the Gunnison aan, die op de route ligt. Deze spectaculaire canyon bestaat uit donker graniet, waaraan het zijn naam ontleend en ander gesteente dat grillige contrasten en tekeningen op de wand van de canyon vormt. Hij is enorm diep: zou je het Empire State Building op de bodem zetten, dan kwam deze slechts tot de halve hoogte van de kloof. Op een aantal plekken kun je vlak aan de rand komen en kijk je in een duizelingwekkende diepte. Onderin stroomt de rivier the Gunnison. Het lijkt een klein stroompje, maar het is een heuse rivier.



Rond 1900 werd de Gunnison tunnel aangelegd. Deze loopt 6 mijl lang door het graniet – voor die tijd een haast onwerkelijke prestatie – en was destijds bedoeld om de omliggende  prairie geschikt te maken voor de landbouw. De tunnel functioneert nog steeds. Je kunt er vlakbij komen door de weg naar beneden te volgen, die erg steile hellingen en haarspeldbochten heeft. In de canyon is het uitzicht ook erg de moeite waard.



We vervolgen nu onze weg naar Alamosa, die eerst een tijdje met hoge passen door een aantal bergketens voert en uiteindelijk uit komt in een eenzame prairie. Nou, eenzaam. Het landschap wordt ontsierd door stacaravans, autowrakken, oude goederenwagens, verlaten huisjes, alsof een reusachtige hand ze hier heeft uitgestrooid. Omdat we het aantal kilometers tot onze bestemming tot onder de 10 zien dalen, beginnen we ons af te vragen waar we in hemelsnaam een hotel hebben geboekt. Als we aankomen, blijkt het hotel gelukkig een redelijke keuze. het is lelijk en gedateerd, maar wel compleet. Er zijn hier nog veel meer hotels, maar uit niets blijkt dat ze vol zitten. Waar al deze hotels hun bestaansrecht aan ontlenen wordt ons niet duidelijk. We worden nu wel heel nieuwsgierig naar wat Alamosa ons te bieden heeft.

Als we een eerste deel van onze kampeerspullen hebben opgeruimd, besluiten we het plaatsje te verkennen. Daar heb je minder dan tien minuten voor nodig. Het is een gribus, lelijk en rommelig. De ideale plaats, voor degene die daar zin in heeft, om totaal depressief te worden. Zo’n uithoek van Colorado, die gewoon niet mooi is. Je kunt niet alles hebben. We besluiten in het hotel te eten, met die fastfoodketens zijn we wel weer een beetje klaar.




Morgen naar de Great Sand Dunes en dan dinsdag door naar Denver. Het zit er nu bijna op. Onze vroegtijdige opruimactie van bagage en kampeerspullen heeft overigens nog een voordeel: wij zijn eigenlijk bijna klaar voor boarding, dus in Denver hebben we lekker de tijd. 

zaterdag 27 juli 2013

Zaterdag 27 juli: Mesa Verde – Durango – Silverton – Montrose

Vandaag is de reisafstand te overzien en dat is maar goed ook, want op de route – die over de Million Dollar Highway voert – is veel te zien en te doen, waardoor we onze tijd alsnog nodig hebben.

Omdat we bij vertrek niet meer precies weten welke weg ook wel Million Dollar Highway heet, besluiten we hiernaar te vragen in de general store bij de campground. We worden geholpen door meneer Vanderpas (1 x raden waar de familie vandaan komt), die het ons haarfijn uitlegt en nog wat tips geeft die de moeite van het bekijken waard zijn. De Million Dollar Highway blijkt highway 550 te zijn, die tussen Durango, Silverton en Ouray door een berglandschap voert dat aan de Alpen doet denken.

De eerste stop maken we in Old Town Durango. Eigenlijk willen we alleen een SD-kaart voor de Gopro halen, maar omdat we toch moeten zoeken, doen we meteen wat indrukken op. Durango is al vrij oud voor Amerikaanse begrippen en het centrum heeft een leuke, levendige sfeer met – naast de bekende toeristische winkeltjes – boetiekjes, galeries en allerlei horeca. Je kunt hier ook een treinrit maken naar Silverton met een historische stoomtrein. Deze voert door een schitterend landschap. Trek daar wel een hele dag voor uit, want de treinen vertrekken in het hoogseizoen ’s ochtends – 3 in getal – vrij vroeg en kort na elkaar om pas aan het einde van de middag weer terug te komen.



Na Durango gaat het snel de hoogte in, tot zo’n 3000 meter. Een spectaculaire afdaling brengt ons in Silverton, een oud mijnstadje. Ook hier een leuke en authentieke sfeer. We treffen hier ook de stoomtreinen uit Durango. Daarnaast doen we nog een ontdekking: dit gebied is een waar walhalla voor het maken van 4x4 tochten in veel verschillende moeilijkheidsgraden. We smeden nu al plannen om hier nog eens terug te komen.

In de omgeving van Silverton bevinden zich heel veel oude mijnen, die vooral waren gericht op de goudwinning. Een aantal is geopend voor publiek, waarbij je een rondleiding kunt krijgen. Wij zijn meer in voor een self guided tour en daarom gaan we kijken bij de Mayflower Gold Mill. Deze fabriek uit 1929, die het ruwe, in de omgeving gedolven gouderts verwerkte werd in 1991 van de ene op de andere dag stilgelegd en verlaten. Sindsdien is alles onaangeroerd gebleven. Een stichting heeft zich over de fabriek ontfermd en deze opengesteld voor publiek. Voor wie van industrieel erfgoed houdt is een bezoek een echte aanrader.


Na Silverton gaat het verder door hoge bergen over steile passen, langs diepe afgronden en met spectaculaire uitzichten. Zelfs onze Gopro slaat er steil van achterover, want deze laat plotseling los en valt van de auto. Gelukkig vinden we hem onbeschadigd (!) terug en doet hij het nog. Voorbij het plaatsje Ouray, dat zelfs wat Zwitsers aan doet, worden de bergen lager. Het gaat nu vlot naar Montrose.




We overnachten hier in een hotel van de keten Super 8, die we nog niet kenden. Blijkt een prima hotel te zijn, met mooie kamers en een heerlijke douche. Verder blijkt Montrose te beschikken over één van de laatste drive-in bioscopen in Amerika, dus die hebben we nog even in het donker bekeken. Vanaf de weg dan, want om nu nog twee uur in de auto naar een horrorfilm te gaan kijken, nee. Mooi geweest voor vandaag. 

vrijdag 26 juli 2013

Vrijdag 26 juli: Mesa Verde National Park

Vannacht is er niemand opgegeten door de grizzly beren. Vandaag hebben we dus lekker de hele dag de tijd om dit mooie park op ons gemak te bekijken. Er zijn van die plekken op aarde die je als een ‘sacred place’ kunt betitelen en daar is dit er zeker één van. Mesa Verder staat niet voor niet op de Werelderfgoedlijst.

We kunnen hier sporen van oude bewoning zien en bezoeken. Omdat er heel veel te zien is, moet je een selectie maken van wat in één dag past. Om zoveel mogelijk eigen bewegingsvrijheid te hebben kiezen we niet in eerste instantie voor de guided tours, die je moet boeken en dus ook moet plannen. We besluiten eerst tot een self guided tour bij het Spruce Tree House, één van de fraaist bewaard gebleven huizen – of liever nederzetting – gebouwd in een uitsparing in een klif. Spruce Tree House is gebouwd rond 1200 en daarmee eerder één van de latere projecten, voordat de bewoners rond 1300 dit gebied verlieten. Het is mooi bewaard gebleven en erg indrukwekkend om te zien. Ook al is hier dan geen rondleiding met een gids, ook hier liepen twee geweldige rangers rond, die er van alles over konden vertellen.


Ook de grootste nederzetting hebben we bekeken, zij het van een afstand van de overkant van de klif: Cliff Palace, dat – als je goed kijkt – omringd is geweest door nog veel meer vergelijkbare bouwwerken en –werkjes.



Verder hebben we vanmiddag nog even tijd genomen om bij de tent even niets te doen. Gewoon lekker zitten en een boek lezen.  


Donderdag 25 juli: Monument Valley – Mesa Verde

We zijn vanochtend op tijd vertrokken uit Monument Valley. Na een redelijk vliegloze avond werden we al gelijk bij de eerste zonnestralen weer belaagd. We hadden geen zin om zo te ontbijten en zijn dus maar vertrokken. Omdat we lekker op tijd waren konden we een omweg naar Goosnecks Statepark makkelijk inplannen. Hier heeft de San Juan River een meanderende kloof van 300 meter diep uitgeslepen. Erg mooi om even gezien te hebben. Onderweg hebben we heerlijk ontbeten in Bluf bij het Twin Rock restaurant. Daar werden we getrakteerd op een prachtig schouwspel van wel een stuk of 9 kolibries die af en aan vlogen bij de speciaal voor hen opgehangen suikerwaterreservoirs.





We bereikten vrij vlot Mesa Verde en hebben ons kamp opgeslagen op Morefield Campground. ,een wat luxere Camping van de NPS. Er is hier een campingwinkel, een restaurantje, een laundry en douches.
                 
We hebben wat boodschappen gehaald en hebben de rest van de middag gebruikt om het park te verkennen. Er zijn hier diverse klifwoningen te bewonderen. Ze dateren van ongeveer begin 1200. Het is ongelofelijk dat er mensen in die woningen hebben geleefd. Je kan ze bezichtigen door enorme ladders gemaakt van boomstammetjes af te dalen. ( 4 en een half tot 9 en een halve meter hoog.)




Nadat we hadden gegeten hoorden we ineens “ bear… bear “  roepen. Vlak bij de kampwinkel zat een jonge beer ( cub ) de bessen van de struiken te eten. Een alleraardigste ranger hield iedereen op afstand en hij wist ons te vertellen dat het een Grizzly is en dat het een van de twee jongen is die al een paar dagen met hun moeder in de buurt van de camping is gesignaleerd. Geweldig, toch nog een beer gezien deze vakantie ! Misschien morgen ook de moederbeer en het andere jong.  

woensdag 24 juli 2013

Woendag 24 juli Capitol Reef – Monument Valley

Capitol Reef heeft indruk gemaakt. We komen hier zeker nog eens terug. Al is het om de dirt roads te rijden die in verband met de regenval gesloten zijn. Er is een grote kans op flashfloods. Maar wat een fantastische omgeving, ook zonder dirt roads zeer de moeite waard.. Hoge rode rotsen met daarin een groene oase met fruitbomen: Fruita. We bezoeken hier Giffords farm. Kopen er heerlijke versgebakken pie en nemen er ook maar gelijk een beker roomijs bij. In de zon loopt de temperatuur al snel op.


We rijden de scenic route door het park en rijden daar de ene na de andere bui binnen. Al snel vormen zich op de weg bruine stroompjes water. De dirt roads zijn gesloten dus keren we om en vertrekken richting Monument Valley. Onderweg gluren we nog even het oude schoolgebouwtje binnen (piepklein, bestaat uit een lokaal) en bekijken nog wat petrogliefen. Onderweg maken we nog een spectaculaire afdaling op gravel met haarspeldbochten, waar de versmalde weg zich langs een torenhoge klif naar beneden slingert. Krijgen we toch nog een dirt road.



Monument Valley valt ons tegen. Het valt ons op dat er in tegenstelling tot de rest van de VS  veel zwerfvuil ligt. Onze cabin op Gouldings campground is ronduit vies. We worden belaagd door vliegen en moeten eerst de plakresten van de picknicktafel halen. De douchedeur hangt nog aan één scharnier en binnen is alles oud en ranzig. Jammer, en veel te duur betaald, dit was het niet waard !! Het is een bijzondere plek met een rijke historie. We kijken nog of we mee kunnen met een jeeptour. Helaas vragen ze hier enorme bedragen per persoon voor, we hebben het er niet voor over. Dit is zo’n park waarvan je denkt, leuk om gezien te hebben en nooit mee terug komen.


Morgen verder naar Mesa Verde waar we weer twee nachten willen kamperen.